Pabo Zij-instroom

Sterk

Vandaag leer ik groep 3 dat je soms de -u- hoort, maar niet schrijft. Op het digibord schrijf ik: sterk.

‘Juf, waarom staan er een -l- en een -c-?’ Verbaasd kijk ik naar Pieter. ‘Waar zie jij dat dan?’ Pieter spelt: ‘s-t-e-r-l-c’. Ik moet hard lachen: ‘Sorry, de juf moet nog netjes leren schrijven.’. Snel wis ik de -k- uit en schrijf deze opnieuw.

Op de pabo krijg ik binnenkort schrijfles. Ik ga terug in de tijd. Waar ik jarenlang een driehoek op mijn pen had, voor een goede pengreep. Maar nog steeds houd ik hem met 3 vingers vast. Mijn woorden zijn een hussel van hoofdletters en kleine letters. Zelden netjes op het lijntje. Ik ga nu eenmaal graag buiten de lijntjes en ben dol op een beetje chaos.

Oude gewoontes afleren is niet makkelijk. Ook niet als het gaat om schrijfletters. Ik oefen opnieuw, opnieuw en opnieuw.

Als zij-instromer sta je al snel zelfstandig voor de klas. Dat vraagt een grote mate van doorzettingsvermogen en acceptatie. Acceptatie dat je nog niet alles kan. In de eerste maanden heb ik mij daardoor echt heel klein gevoeld. Ineens was ik weer een ‘junior’ in mijn vak, waardoor ik soms vergat dat ik mocht vertrouwen op de kennis en ervaring die ik in mijn leven al had opgedaan. Naarmate ik meer verantwoordelijkheid kreeg, groeide ook mijn zelfvertrouwen. En vanaf het moment dat het mij lukte om niet een ‘kunstje’ te doen maar dichtbij mezelf te blijven, vond ik de aansluiting met de leerlingen. Wat volgens mij de basis is om goed les te kunnen geven.

Is het erg dat de leerlingen zien dat ik nog niet alles perfect kan? Ik denk van niet. Als zij-instromer ben je namelijk het grote voorbeeld van een leerproces. Dus als jij je even klein voelt, onthoud dan:

  • het is oké is om nog niet alles te kunnen. Maar je kan wel bijna alles leren.
  • oude gewoontes voelen veilig. Maar soms is het goed om het anders te doen.
  • je mag gewoon jezelf zijn, met al je onzekerheden. Het maakt je sterk.

En binnenkort schrijf ik dat met een prachtige -k-.